Financiën Sociaal Domein
Financiën
Wat mag het kosten?
Baten, lasten en mutaties reserves
Rekening 2021 | Vastgestelde Begroting 2022 | Gewijzigde Begroting 2022 | Rekening 2022 | |
Lasten | 32.384 | 31.883 | 37.167 | 33.104 |
Baten | 8.034 | 7.318 | 8.762 | 9.036 |
Saldo | 24.350 | 24.565 | 28.406 | 24.067 |
Welke verschillen zijn er ten opzichte van de gewijzigde begroting 2022 ?
In onderstaande tabel is onderscheid gemaakt in de verschillende beleidsterreinen binnen het taakveld sociaal domein.
In het taakveld Sociaal domein zijn de totale lasten € 4.063.000 lager. Exclusief de loonkosten zijn de lasten € 3.987.000 lager. De loonkosten zijn € 76.000 lager. Een toelichting op de totale loonkosten is opgenomen in de paragraaf bedrijfsvoering.
In het beleidsterrein Participatie zijn de lasten (exclusief personeelskosten) € 373.000 lager.
De belangrijkste verschillen:
- lagere lasten scholing en activering (€ 271.000 voordelig). Er wordt voorgesteld om het niet-gebruikte budget voor Corona-doeleinden van € 143.000 over te hevelen naar 2023.
- lagere lasten transformatiebudget (€ 75.000 voordelig). Er wordt voorgesteld om dit bedrag over te hevelen naar 2023.
In het beleidsterrein Inkomen zijn de lasten (exclusief personeelskosten) € 423.000 lager.
De belangrijkste verschillen:
- lagere lasten uitkeringen Participatiewet (€ 119.000 voordelig)
- hogere lasten bijstand voor zelfstandigen (Bbz) (€ 112.000 nadelig)
- lagere lasten tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandigen (bbz Tozo) (€ 145.000 voordelig). Er wordt voorgesteld om dit bedrag over te hevelen naar 2023
- lagere lasten bijzonder bijstand, aanpak armoede en schulden (€ 190.000 voordelig). Er wordt voorgesteld om dit bedrag over te hevelen naar 2023
- lagere lasten sociaal fonds (€ 135.000 voordelig). Er wordt voorgesteld dit bedrag over te hevelen naar 2023
In het beleidsterrein Wmo zijn de lasten (exclusief personeelskosten) € 2.440.000 lager.
De belangrijkste verschillen:
- lagere lasten algemene voorzieningen welzijn (€ 177.000 voordelig)
- lagere lasten crisisopvang asielzoekers (€ 54.000 voordelig). Hier staan hogere baten tegenover (zie verschillenanalyse baten beleidsterrein Wmo)
- lagere lasten opvang ontheemden Oekraïne (€ 1.167.000 voordelig). Er wordt voorgesteld om hiervan € 1.100.000 over te hevelen naar 2023
- lagere lasten exploitatie Bestwijzer (€ 68.000 voordelig)
- lagere lasten hulpmiddelen en woningaanpassingen (€ 60.000 voordelig)
- lagere lasten Wmo begeleiding (€ 694.000 voordelig). Er wordt voorgesteld om hiervan € 98.000 over te hevelen naar 2023
In het beleidsterrein Jeugd zijn de lasten (exclusief personeelskosten) € 751.000 lager.
De belangrijkste verschillen:
- hogere lasten regionale inkoopkosten (€ 93.000 nadelig)
- lagere lasten individuele jeugdvoorzieningen (€ 637.000 voordelig). Er wordt voorgesteld om hiervan € 43.000 over te hevelen naar 2023
- lagere lasten preventief jeugdbeleid (€ 165.000 voordelig). Er wordt voorgesteld om hiervan € 50.000 over te hevelen naar 2023
- lagere lasten jeugd en veiligheid (€ 141.000 voordelig)
In het taakveld Sociaal domein zijn de totale baten € 274.000 hoger.
In het beleidsterrein Participatie zijn de baten € 143.000 hoger.
Het verschil wordt veroorzaakt door niet-geraamde baten vanuit de Specifieke Uitkering van SZW middelen voor de bekostiging van inburgeringsvoorzieningen.
In het beleidsterrein Inkomen zijn de baten € 79.000 hoger.
Er zijn geen noemenswaardige verschillen.
In het beleidsterrein Wmo zijn de baten € 60.000 lager.
Het belangrijkste verschil is de lagere baten vanwege crisisopvang asielzoekers (€ 56.000 nadelig). Hier staan lagere lasten tegenover (zie verschillenanalyse lasten beleidsterrein Wmo).
In het beleidsterrein Jeugd zijn de baten € 107.000 hoger.
Het verschil wordt veroorzaakt door niet-geraamde doorbelaste kosten. Hier staan lasten individuele jeugdvoorzieningen ter grootte van hetzelfde bedrag tegenover.