Paragrafen

Paragraaf Lokale heffingen

Inleiding

In deze paragraaf leest u meer over de lokale heffingen. Hieronder vallen de leges en belastingen. We geven inzicht in beleidsontwikkelingen, de kostendekkendheid van de leges, de kosten van de heffingen en de opbrengsten van de heffingen.

Verder maken wij vergelijkingen van de lokale lastendruk met de regionale/landelijke lastendruk. Ook geven wij per belastingsoort en voor de leges de belangrijkste kenmerken en ontwikkelingen aan.

ALGEMEEN

Via deze paragraaf wordt verantwoording afgelegd over de gemeentelijke belastingen en de bestemmingsheffingen.

BELEIDSUITVOERING EN -ONTWIKKELINGEN

Gedurende 2022 waren de gevolgen vanwege de Corona-pandemie op zijn retour. In 2022 is de Omgevingswet opnieuw uitgesteld.

KOSTEN VAN HEFFING EN INVORDERING

Er zijn diverse kosten die samenhangen met het heffen en invorderen van leges en belastingen. Hieronder vallen niet alleen de directe loonkosten, maar ook alle overige kosten die hiermee samenhangen. Het gaat dan om  de kosten van heffing en invordering  van de volgende belastingen en heffingen:  onroerende-zaakbelastingen, precariobelasting, toeristenbelasting, bouwgrondbelasting, reclamebelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Verder kan 1/3 van de lasten in het kader van de wet WOZ als kostenpost voor de heffing van belastingen en heffingen worden beschouwd (betreft een gezamenlijke uitvoering, ook voor de belastingdienst en het waterschap). De kosten voor het heffen en invorderen van de gemeentelijke belastingen en heffingen waren in 2022 € 360.000. De totale opbrengst van voornoemde belastingen en heffingen waren in 2022  € 13.658.900. De lasten voor heffing en invordering waren daarmee ongeveer 2,6% van de gerealiseerde opbrengst.

OVERZICHT GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN HEFFINGEN

Wettelijk is bepaald welke belastingen een gemeente mag heffen en welke heffingen een gemeente kan doen. Meestal mag de gemeente de hoogte van de tarieven bepalen. Bij een aantal heffingen geldt echter een beperking. Zo mogen de leges (per onderdeel) maximaal kostendekkend zijn. Daarnaast is voor een aantal tarieven in bijzondere wetten maximum tarieven opgenomen. Een bekend voorbeeld hiervan is de leges die we heffen voor het verstrekken van reisdocumenten en rijbewijzen.

Hieronder is een overzicht opgenomen van de opbrengsten van de gemeentelijke belastingen en heffingen in 2022:

Opbrengsten belastingen, leges en heffingen

Werkelijk 2021

(Prim)Begroting 2022

Rekening 2022

Belastingen:

Onroerende-zaakbelastingen

6.013.000

6.626.000

6.624.000

Reclamebelasting

51.000

67.000

50.900

Precariobelasting

42.000

99.000

22.000

Toeristenbelasting

82.000

109.000

198.000

Totaal belasting opbrengsten:

6.188.000

6.901.000

6.895.900

Leges en heffingen:

Leges titel 1 (o.a. leges burgerzaken, algemene       plaatselijke verordening)

652.000

589.000

619.100

Leges titel 2 (o.a. leges WABO en milieu)

1.485.000

1.163.000

1.480.200

Leges titel 3 (o.a. leges voor evenementen)

6.600

39.000

40.000

Marktgelden

18.000

37.000

18.400

Afvalstoffenheffing

3.813.000

4.227.000

4.203.000

Rioolheffing

2.447.000

2.541.000

2.560.000     

Lijkbezorgingsrechten

9.600

4.100

5.340

Totaal leges en heffingen

8.431.200

8.590.100

8.926.040

Totaal belastingen en leges en heffingen

14.619.200

15.491.100

15.821.940

Gemiddelde lastendruk per gezin in Best (met eigen woning)

Belasting / heffing

Rekening 2021

Rekening
2022

Onroerende zaakbelasting 2021 (gem woz-waarde 2020 € 309.000), tarief 0,0895 % *

277

Onroerende zaakbelasting 2022 (gem woz-waarde 2021 € 370.000), tarief 0,0856 % *

317

Afvalstoffenheffing

299

323

Rioolheffing

177

177

Totale lastendruk

753

797

* de berekening van de totale lastendruk op basis van de gemiddelde woz-waarde wijkt af van de door Coelo berekende lastendruk.
Dit komt omdat tarieven na het bekend worden van de Coeloatlas naar beneden worden bijgesteld.

Vergelijking lastendruk meerpersoons huishouden Best in 2022 ten opzichte van de landelijke lastendruk meerpersoons huishouden*

Best

Gemiddeld

Laagst

Hoogst

 € 845

€ 904 (2021: € 811)

€ 667 (Rijssen-Holten)

€ 1.736 (Bloemendaal)

Vergelijking lastendruk Best in 2022 ten opzichte van de lastendruk omliggende gemeenten*

Best

Eindhoven

Nuenen

Oirschot

Son en Breugel

Veldhoven

€ 845

€ 879

€ 1.050

€ 922

€ 861

€ 859

* Bron Coelo Atlas 2022

Toelichting ontwikkeling lastendruk

Landelijk (349 gemeenten) staat de gemeente Best op plek 90 qua laagste gemeentelijke woonlasten.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit laat zien hoe de lastendruk zich verhoudt ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk. Dit is de berekende lastendruk op basis van deze jaarrekening (2022) ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk in het voorafgaande begrotingsjaar (2022) uitgedrukt in een percentage. De belastingcapaciteit is: 845/904 x 100% = 93,47% (lastendruk in 2021 95,1%).

Kostentoerekening en kostendekking

In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten is voorgeschreven dat de totale geraamde legesopbrengst per titel de totale geraamde kosten per titel niet mogen overstijgen. Daarnaast is bepaald dat inzicht gegeven moet worden in de kostentoerekening voor de leges en heffingen.
Dit inzicht wordt gegeven in de onderstaande tabel:

Tabel kostendekking en kostentoerekening

Soort heffing

Taakveld

Directe

Indirecte

Totale 

Totale 

Saldo

% kosten-

lasten

lasten

lasten

opbrengst

opbrengst

dekking

Titel 1: leges algemene dienstverlening

Leges burgelijke stand

0.2

26.986

12.000

38.986

52.366

13.380

134,32%

Leges reisdocumenten

0.2

209.819

117.000

326.819

194.169

-132.650

59,41%

Leges rijbewijzen

0.2

90.533

60.000

150.533

117.572

-32.961

78,10%

Leges verstrekkingen basisregistratie

0.2

60.305

9.000

69.305

12.568

-56.737

18,13%

Leges overige publiekszaken

0.2

65.471

26.000

65.837

62.812

-3.025

95,41%

Leges APV

1.2

245.555

155.000

500.555

7.105

-493.450

1,42%

Leges kabels en leidingen

3.1

116.108

65.000

181.108

225.009

43.901

124,24%

Totaal titel 1:

814.777

444.000

1.333.143

671.601

-661.542

50,38%

Titel 2: leges fysieke leefomgeving / 

omgevingsvergunningen

Vergunningen milieu

7.4

34.690

6.000

40.690

15.215

-25.475

37,39%

Leges principeverzoeken

8.1

104.982

86.000

190.982

18.693

-172.289

9,79%

Vergunningverlening ruimtelijke regelgeving

8.3

351.531

355.000

706.531

1.465.059

758.528

207,36%

Totaal titel 2:

491.203

447.000

938.203

1.498.967

560.764

159,77%

Titel 3: leges Europese dienstenrichtlijn

Leges voor horeca evenementen etc

1.2

162.254

158.000

320.254

39.991

-280.263

12,49%

Totaal titel 3:

162.254

158.000

320.254

39.991

-280.263

12,49%

Overige heffingen

Marktgeld

3.3

40.091

34.000

74.091

18.436

-55.655

24,88%

Rioolheffing

7.2

2.344.623

279.000

2.623.623

2.592.101

-31.522

98,80%

Afvalstoffenheffing

7.3

5.109.600

95.000

5.204.600

4.851.652

-352.948

93,22%

Lijkbezorgingsrechten

7.5

7.140

2.000

9.140

5.338

-3.802

58,40%

Totaal overige heffingen:

7.501.454

410.000

7.911.454

7.467.527

-443.927

94,39%

Toelichting bij de tabel:

Bovenstaande tabel biedt inzicht in de mate waarin de lasten die ontstaan vanwege het heffen van leges gedekt worden door opbrengsten en in de totale mate van kostendekking van de leges. Hierbij zijn de directe opbrengsten en lasten op basis van de werkelijkheid, de indirecte lasten zijn verwerkt op basis van begroting 2022.

Het is van belang om de financiële gevolgen te betrekken bij de heffing van leges. Dit is omdat de wetgever als uitgangspunt heeft, dat de totale legesopbrengsten die per titel geïnd worden, de totale kosten die gemaakt worden vanwege het innen van deze leges niet mogen overstijgen. Met andere woorden: de leges mogen per titel maximaal 100% kostendekkend zijn.

Er dus is vooraf geen winststreven bij het heffen van leges, maar soms ontstaat bij de nacalculatie via de jaarrekening toch een overschot op een legesonderdeel. Voordelen die nacalculatorisch ontstaan (op basis van de werkelijkheid) zijn wettelijk toegestaan. Het kan dus voorkomen dat achteraf blijkt dat de kostendekking meer dan 100% is geweest.

Deze pagina is gebouwd op 07/04/2023 14:57:45 met de export van 07/04/2023 14:36:24