Analyse Begrotingsrechtmatigheid
Kader
De accountant geeft niet alleen een oordeel over het getrouw beeld van de jaarrekening maar ook over de financiële rechtmatigheid (Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden). Bij de financiële rechtmatigheid gaat het onder andere om de begrotingsrechtmatigheid: handelen we binnen de begroting zoals de gemeenteraad die heeft vastgesteld? Daarbij wordt niet alleen gekeken of de werkelijke lasten hoger zijn dan begroot, maar ook of de lasten aan het juiste begrotingsjaar en aan het juiste programma zijn toegerekend.
In de Kadernota rechtmatigheid is bepaald dat het overschrijden van de begroting (op programmaniveau) en van investeringen altijd onrechtmatig is, maar niet in alle gevallen hoeft te worden meegewogen in het accountantsoordeel. Dit laatste is het geval als:
• kostenoverschrijdingen worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten;
• kostenoverschrijdingen passen binnen het beleid;
• kostenoverschrijdingen het gevolg zijn van openeinderegelingen.
Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium wordt getoetst of het budgetrecht van de gemeenteraad is gerespecteerd. De toe te passen normen voor het begrotingscriterium zijn op hoofdlijnen door de wetgever bepaald (artikel 189, 190 en 191 van de Gemeentewet) en zijn door de gemeenteraad nader ingevuld en geconcretiseerd. Dit gebeurt door middel van de begroting, via de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet (Financiële verordening) en het controleprotocol 2022.
In artikel 5, lid 4 en 5 van de 'Financiële verordening 2022' van de gemeente Best, is bepaald dat het college zonder voorafgaande autorisatie door de gemeenteraad zelfstandig verplichtingen aan kan gaan voor incidentele exploitatielasten lasten van maximaal € 50.000 en investeringskredieten van maximaal € 100.000, als sprake is van een spoedeisend karakter of een onontkoombare uitgave.
In het 'Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekeningen 2022 gemeente Best', vastgesteld door de gemeenteraad op 12 december 2022, is onder artikel 2.1 met betrekking tot het begrotingscriterium het volgende opgenomen:
Overschrijdingen van de begroting ten opzichte van de begroting inclusief de vastgestelde begrotingswijzigingen, die een van de volgende oorzaken hebben, worden niet meegenomen in het rechtmatigheidsoordeel:
1. Begrotingsoverschrijdingen, die kleiner zijn dan € 50.000;
2. Begrotingsoverschrijdingen, als gevolg van autonome ontwikkelingen;
3. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van verplichte uitgaven;
4. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van artikel 175 van de Gemeentewet (oproer, wanordelijkheden, rampen of zware ongevallen of vrees daartoe);
5. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van onvoorziene situaties binnen de kaders en limieten van artikel 5 lid 3 en 4 van de Financiële verordening;
6. Begrotingsoverschrijdingen waarbij de hogere kosten gedekt worden door hogere opbrengsten en waarbij tussen kosten en opbrengsten een direct verband bestaat;
7. Begrotingsoverschrijdingen, waarover het college verantwoording heeft afgelegd via de laatst vastgestelde jaarstukken;
8. Begrotingsoverschrijdingen die passen binnen de vastgestelde totale exploitatieomzet van een grondexploitatie.
Alle andere begrotingsoverschrijdingen van de lasten zijn onrechtmatig en hebben dus invloed op het rechtmatigheidsoordeel van de accountant.
Een duidelijke toelichting op eventuele begrotingsoverschrijdingen in de jaarrekening is van groot belang om het onderscheid in de kwalificatie rechtmatig en onrechtmatig handelen op basis van het begrotingscriterium en de invloed op het rechtmatigheidsoordeel van de accountant helder te krijgen.
Analyse 2022
Hierna schenken we aandacht aan de begrotingsrechtmatigheid bij de taakvelden en daarna aan de rechtmatigheid bij investeringen.
Taakvelden
In de volgende tabel is een overzicht opgenomen van de taakvelden waarbij de werkelijke lasten hoger zijn dan de geraamde lasten.
Taakveld 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
De overschrijding binnen dit taakveld wordt voornamelijk veroorzaakt hogere loonkosten. De loonkosten die in afwijking van de begroting niet toegerekend konden worden aan investeringen, zijn op dit taakveld verantwoord. De hogere loonkosten maken onderdeel uit van het totaal resultaat op personeelslasten (zie paragraaf bedrijfsvoering).
Taakveld 3. Economische zaken
De overschrijding is kleiner dan € 50.000.
Taakveld 7. Volksgezondheid en milieu
De overschrijding binnen dit taakveld wordt met name veroorzaakt door hogere uitgaven afvalverwijdering en riolering. Hier is sprake van verplichte uitgaven.
Investeringen
Bedragen in duizenden euro's | |
---|---|
Omschrijving | Bedrag |
Oorspronkelijke kredieten | 32.544 |
Uitgaven t/m 2021 | 15.097 |
Saldo restantkredieten per 1-1-2022 | 17.447 |
Uitgaven 2022 | 4.520 |
Saldo restantkredieten per 31-12-2022 | 12.927 |
Uit het overzicht investeringskredieten per 31 december 2022 blijkt dat er in het kader van rechtmatigheid geen sprake is geweest van grote overschrijdingen.
Conclusie
Uit de toelichtingen blijkt dat er geen sprake is van onrechtmatige begrotingsoverschrijdingen.